Opeens is daar een lichtstraal, hoe klein ook, de belofte van een groter licht, een ruimte vol met licht, een zee van licht. Je wordt naar het licht toegetrokken, verlangend om erin te baden.
Binnen of buiten, het felle licht kan er zomaar zijn. Een bewolkte hemel die openbreekt, de bundel licht die de donkere kamer binnenvalt. Je sluit je ogen zonder dat het licht verdwijnt, voelt de warmte. Voor even lost je zorg of je pijn op in die innerlijk gevoelde poel van licht.
Een priemende lichtstraal duidt op een lichtbron, groot en krachtig. In de glans van dat licht wil je nog even verblijven. Je richt je op. Hoe zou het zijn je er aan te laven? Welke verlangens gaan met die gedachte gepaard? Het verlangen naar nieuwe energie, naar bevrijding van last en onlust, naar wedergeboorte.
De lichtstraal als spoor naar een hal van licht. Waarin al je dromen waar kunnen zijn.