Ruud Brinks (Enschede, 1978) is begonnen als tekenaar. Ongeveer zes jaar geleden maakte hij de overstap naar verf, en wel vooral olieverf. Zijn eerste olieverfwerken zijn vrij realistische, pasteuze landschappen. Om de verf dikker te maken, werkt hij laag over laag, waardoor het reliëf op het werk groter wordt. De werken worden hier heel tactiel van, ze vragen er bijna om aangeraakt te worden. De werken lijken voort te komen uit de traditie van de impressionisten. De voorstelling is namelijk op een afstand duidelijk herkenbaar maar van dichtbij minder duidelijk. De sfeer van het afgebeelde landschap is belangrijker dan de precieze weergave ervan.
Na verloop van tijd is hij de landschappen gaan abstraheren. De doeken worden groter en de voorstellingen van de landschappen minder herkenbaar maar nog meer gevoelsmatig. Zelf zegt hij hierover: “Wanneer ik de landschappen weergeef zoals ze letterlijk zijn, ontneem ik mezelf de vrijheid om te groeien.”
Het werk dat gemaakt is na een reis naar Berlijn staat in zijn oeuvre duidelijk apart. De intense indrukken die hij had opgedaan tijdens die reis, vertalen zich bij thuiskomst in werk dat zich onderscheidt van zijn overige werk. Hij werkt met acrylverf in mixed-media. Jute, touw en spijkers worden verwerkt op zijn doeken en panelen. De kleuren die hij gebruikt zijn subtieler en minder uitgesproken.
Na deze periode gaat Ruud Brinks weer terug naar de olieverf. Zijn landschappen krijgen meer kleur en de doeken worden groter maar ze blijven abstract. De kleuren die hij nu gebruikt zijn meer uitgesproken dan in zijn Berlijnse periode. De primaire kleur rood werkt als een terugkomend thema, waardoor de herkenbaarheid en de samenhang van de werken groot is. Nadat Ruud Brinks verhuist naar een groter atelier worden de doeken ook echt groot. Voor het eerst werkt hij op doeken van 2 bij 2 meter. Grote doeken vragen om meer ruimte om ook vanaf een grotere afstand te bekijken. Het is duidelijk te zien aan de grootte van het werk dat hij nu ook echt die ruimte in zijn atelier heeft.
Hoe de werken opgebouwd worden is prachtig te zien in de serie foto’s van het werk Het avondrood kleurt de hemel. In deze work-in-progress serie zijn de verschillende stadia van het ontstaan van het werk vastgelegd. Na het zien van deze serie foto’s begrijp je de werkwijze van deze kunstenaar ook beter. Ruud Brinks verwoordt dit zelf door te zeggen dat het maken van een schilderij een continu proces is waarbij de balans tussen doek en geest nooit af is. Vaak laat hij werk even staan en brengt dan op een later tijdstip nog een nieuwe laag aan. In sommige gevallen wordt het helemaal overschilderd. Zijn grootste criticus is hij dus zelf. Dat blijkt duidelijk uit het feit dat tijdens de verhuizing naar zijn nieuwe atelier hij een aantal werken vernietigd heeft omdat hij ze niet goed genoeg vond. Toch kan hij wel zeggen dat een werk op een gegeven moment definitief is. Het scheppend proces mag dan veel fases kennen, maar er is een einde aan, want Ruud Brinks weet wel duidelijk wanneer hij zijn bedoeling in het werk heeft getroffen.
Zijn techniek is trefzeker. De streken van paletmes en penseel zijn duidelijk zichtbaar en ze zijn allemaal raak. Dit zorgt voor een waarneembaar ritme in het geheel. Hierdoor krijgt het werk een enorme kracht die maakt dat je de elementen in de landschappen als het ware voelt. Je ervaart zo de zwoele wind die in het landschap waait. De verf is minder dik opgebracht dan bij zijn eerdere werken in olieverf, waardoor de gelaagdheid goed waarneembaar is. De verschillende kleuren die over en naast elkaar aangebracht zijn, geven een diepte. Dit alles zorgt voor een intensiteit die verstilt. Omgeven door het werk voel je hoe de landschappen op je inwerken. De voorstelling is geheel uit de afbeelding verdwenen maar de essentie spreekt des te duidelijker. Ruud Brinks lijkt in zijn schilderijen de ziel van het landschap vast te leggen.
Geschreven door Carin Schuring, kunsthistorica
EXPOSITIES IN DE POOK